Koetjes en kalfjes
„Hé hallo hoe gaat het nu met je?” riep een kennis mij een keer toe middenin mijn scheidingsperiode toen we allebei bij de kassa van de supermarkt stonden. Ik bij kassa 1 en zij bij kassa 3 welteverstaan. „Goed hoor” loog ik “En met jou dan?” vroeg ik als afleidingsmanoeuvre. Het antwoord zal ook wel positief zijn geweest want zo gaat dat bij zulke supermarktconversaties.
Wat nou als ik door de supermarkt had geroepen dat het kut ging met me; dat ik ’s nachts huilend wakker werd en dat ik me verschrikkelijk eenzaam voelde? Wat dan?
Ik ben ervan overtuigd dat bij meer dan de helft van de keren dat mensen elkaar vragen hoe het gaat, ze eigenlijk alleen rekening houden met een positief antwoord. Of in ieder geval een neutraal antwoord. Het zijn van die nietszeggende gesprekjes waar ik helemaal niks mee kan. Ik word er zelfs zenuwachtig van. Ik ben geen koetjes-kalfjes-persoon. Regelmatig kom ik op straat, of ergens anders, iemand tegen waarbij het niet duidelijk is of er alleen maar gegroet gaat worden of dat er ook stilstaand een gesprekje gevoerd dient te worden. Vaak besef ik me pas later, als ik na een allerhartelijkst “Haaaai” doorgelopen ben, dat het misschien best aardig van me zou zijn geweest om diegene even te vragen hoe het nu met haar zoon gaat op de nieuwe school. Het is geen desinteresse van mij maar ik ben er gewoon niet zo goed in. Ik ben geen chit-chatter. Nooit geweest. Misschien kan ik me ook gewoon niet voorstellen dat er ook maar íemand zit te wachten op mijn koeien en kalveren. Zo schepte ik vroeger ook nooit op over mijn kinderen. Ik deelde de eerste tandjes, stapjes en woordjes niet op verjaardagen of tijdens de koffiepauze op mijn werk. Ik was (ben!) echt wel een hele trotse moeder maar draag dat niet te pas en te onpas uit. Oók niet als mensen me vragen hoe het met de meiden gaat. Misschien uit angst „niet interessant genoeg” te zijn?
Het stomme is dat ik echt heus wel een prater ben. Ik hou van mooie gesprekken. Van gesprekken waarin ruimte is om elkaars mening te horen en om dingen van verschillende kanten te benaderen. En daar dan weer over te bomen. Héérlijk! Geen lastig onderwerp ga ik uit de weg. In dit soort gesprekken ben ik ook heel open; neem geen blad voor de mond en ben oprecht geïnteresseerd in de ander.Eigenlijk gaat alles dan vanzelf.
In tegenstelling tot de ‘hallo-hoe-gaat-het-met-jou-met-mij-gaat-het-goed-gesprekjes’ dus.
Soms ben ik wel eens jaloers op die gezellige babbelkousen die altijd wel een leuk en gezellig verhaaltje hebben. En die dat kunnen brengen met een soort van natuurlijke naïviteit die ik best sexy en charmant vind. Niet te verwarren met van die vrouwen die vooral kletsen-om-het-kletsen zonder bij de ander te checken of het onderwerp wel aanslaat. Ik verbaas me dan ook écht dat deze vrouwen ellenlang kunnen uitweiden over de zus van een collega en daar de kinderen van zonder te beseffen dat haar publiek allang is afgehaakt.
Nu ik er zo over denk is dat laatste misschien wel mijn punt. Misschien is de angst om niet echt interessant gevonden te worden wel de reden dat ik niet graag over míjn koetjes en kalfjes praat.
Hier zit ook een tegenstrijdigheid want zó belangrijk vind ik het niet om interessant gevonden te worden. Misschien is interessant niet het goede woord. Onderhoudend of Boeiend dekt beter de lading.
Maar vertel eens, hoe gaat het met jou?